heerle, een kort historisch overzicht                 


Historisch overzicht dorp Heerle

De oudste vermelding van de naam Heerle dateert uit 1277.
In dat jaar worden de tienden van Harella genoemd.
Heerle kende in die tijd twee landgoederen: Altena en Moerbeek.
Altena lag tussen de Hazelaar en de Diefhoek (waar nu het waterleidingbedrijf ligt).
Het was een dubbel omgracht perceel, waarbinnen de hoofdgebouwen stonden.
De naam is te verklaren omdat het Al-te-nabij het kasteel van Wouw lag.
Het heeft 600 jaar lang als versterkte boerderij dienst gedaan.
Moerbeek werd voor het eerst in 1359 genoemd.
Het lag aan de huidige Zoomvlietweg, net voor turfvaart De Zoom.
Namen die in die periode al in Heerle voorkwamen zijn: Gerard van den Braken (1310), Johannes van den Hoevele (1293),
Dirck van den Dijke (1285), Van den Plasch, Uten Wilghen, Van den Moere, Van der Beecke en Van Altena.


Tachtigjarige Oorlog.


In de Tachtigjarige Oorlog was Heerle vrijwel ontvolkt, omdat de Spaanse soldaten voortdurend de huizen en
boerderijen plunderden en in brand staken.
Op het eind van de 16e eeuw keerden er weer mensen terug.
De woningen waren verwoest, de akkers en straten waren overwoekerd door bramen, distels en
doornstruiken en de wegen konden bijna niet teruggevonden worden.
Eind 16e eeuw telde Heerle 22 gezinnen. Ze bezaten 12 paarden, 51 koeien en 21 jonge beesten.


Onderwijs.


De kinderen van Heerle moesten rond 1600 naar Wouw voor onderwijs.
Soms kwam de Wouwse schoolmeester naar Heerle om les te geven.
Kapelaan Cornelis Jan van Roije was tussen 1617 en 1621 onderwijzer in Heerle en hij had toen 25 kinderen onder zijn hoede.
In 1889 stichtten de zusters een klooster in Heerle.
In 1896 werd de katholieke meisjesschool geopend.
Na de opening bleven op de openbare school alleen de jongens achter.
Met het onderwijs in Heerle ging het in de 19e eeuw niet altijd van een leien dakje.
In 1842 werd een nieuwe school gebouwd; die werd in de winter aardig bezocht,
maar in de zomer kwamen er maar veertien kinderen, omdat de rest van de leerlingen op het land moest werken.
In 1919 werd de openbare school omgezet in een katholieke jongensschool, de Willibrordusschool.
Pas in 1963 werden de beide scholen samengevoegd tot een gemengde school: Berkenveld.
Na de afbraak van het zustershuis in 1966 werd een compleet nieuw schoolgebouw weggezet.
 

Kerk.


In 1601 was Heerle al een eigen parochie met een eigen kerk.
In 1602 werd de augustijner monnik Joan van Herzijn als pastoor van Heerle genoemd.
In 1609 was Jan Vogel pastoor.
Die vertrok echter met de noorderzon en trad daarna op als hervormd predikant in Bergen op Zoom.
Hij trouwde al direct met de schoondochter van de secretaris van Halsteren,  Margriette Hochaerte.
In 1648 kwam bij de Vrede van Munster de kerk in protestantse handen.
De katholieken uit Heerle (dat waren er toen zo'n 300) gingen naar de schuurkerk in Wouw.
De dominee had het beslist niet druk: in heel de gemeente woonde maar één hervormd gezin.
Wel werden voor de dominee de huwelijken gesloten (ook van katholieken), want dat was door de overheid verplicht gesteld.
De kerk was in 1800 in een slechte staat en in eerste instantie werd het gebouw opgeknapt, maar later werd de toren afgebroken.
In 1833 werd Heerle weer een zelfstandige parochie.
In 1854 kwam de nieuwe toren gereed waarin een klok werd gehangen.
Met de groei van de parochie moest er ook een nieuwe kerk komen.
In 1861 werd de oude kerk afgebroken en op 14 juli 1862 wijdde bisschop J. van Genk de nieuwe kerk in.


Sint Getrudiskerk en het Sint Aloysius-patronaat, een prentbriefkaart uit 1915.
Bron: gemeentearchief Roosendaal


De kerk werd in 1924 vergroot door de bouw van een nieuw schip, dwars over de bestaande kerk.
Architect was de bekende frater Paul Bellot.
In het begin van de 21e eeuw is de parochie van Heerle opgegaan in de fusieparochie Onze Lieve Vrouw in het Woud.
In 2006 werd onderzocht of er nog toekomst was voor het kerkgebouw van Heerle en
werden plannen ontworpen om in de kerk woningen of een gemeenschapsvoorziening tot stand te brengen.


Achttiende eeuw.


De bevolking van het dorp groeide slechts langzaam: in 1717 waren er 148 inwoners onder de 16 en 178 boven de 16.
In 1729 waren die aantallen 140 en 185 en in 1740 138 en 210.
Aardig om te vermelden is het jaar 1728.
Toen werden 3 vrouwen aangerand en moest er wacht gelopen worden in het dorp.
In het zelfde jaar was er een dijkdoorbraak bij het Herels Ven en in de droge meimaand kwam er
een verbod om met een brandende pijp door het dorp te lopen (boete drie gulden!).
In de periode 1746-1747 werd Heerle opnieuw met oorlogsdreigingen geconfronteerd.
Toen vond het beleg van Bergen op Zoom plaats en het dorp had weer last van de belegeraars en plunderaars.
In die periode liep de bevolking terug van 362 naar 236 mensen.


Franse Tijd.


Met de komst van de Fransen veranderde er ook in Heerle heel wat.
De kerk ging weer terug naar de katholieken.
In 1800 werd de kerk officieel overgenomen, maar het duurde tot 1803 voor de katholieke eredienst
er weer uitgeoefend mocht worden.
Economisch ging het in deze tijd slecht met Heerle.
Regelmatig werd aanspraak gemaakt op gelden uit de armenkas en het schepenregister
vermeldt vaak criminele activiteiten uit het dorp.
Het dorp telde toen 410 inwoners.
Ook de school in het dorp was een bron van zorg en pas na 1806, toen er controle op het onderwijs kwam,
kwam er verbetering in die situatie.


Negentiende eeuw.


In deze tijd woonden er 27 landbouwers, die we nu 'grote' boeren zouden noemen.
Daaronder waren bekende namen zoals: Luijsterburg, Potters en Uijttewilligen.
De bebouwing was geconcentreerd langs de doorgaande weg van de Hazelaar naar het Zuideinde (bij de Roskam).
Wie van Bergen op Zoom naar Wouw reed, moest bij de Wouwse Tol tolgeld betalen.


Café de Wouwse Tol.
Heeft begin jaren 70 plaats gemaakt voor wegrestaurant de Wouwse Tol van de familie van der Valk.
Bron: gemeentearchief Roosendaal


In 1831 moest voor een paard of muilezel een stuiver betaald worden, voor een kalf, een schaap en een varken een cent.
Voor een aangespannen paard met een rijtuig of voertuig op twee wielen:
acht cent en voor een voertuig op vier wielen een dubbeltje.

In 1863 werd de spoorlijn tussen Roosendaal en Bergen op Zoom aangelegd en
kreeg Heerle bij de Wouwse Statie een stationsgebouw:

Het station Wouw was in gebruik van 23 december 1863
tot 24 november 1940 voor personenvervoer,
met een onderbreking over
de periode 15 mei 1939 tot 24 juni 1940.
Het is daarna nog lange tijd open gebleven voor
goederenvervoer tot 28 mei 1971.
In de tussentijd was helaas het stationsgebouw
al gesloopt in 1960-1961.




Verenigingsleven.

Heerle kende verschillende activiteiten en verenigingen: het St. Jorisgilde, schutterijen en
zangvereniging Fidelio die in 1898 werd opgericht.
Heerle had ook een brandweerkorps.
Dat kwam er in 1894, nadat in het voorjaar in twee weken tijd twee branden waren uitgebroken.
Bij de eerste brand werd het pakhuis van winkelier Verhoeven verwoest en de woningen aan weerszijden van het pakhuis.


Bedrijvigheid.


In 1803 werd in Heerle een houten standerdmolen gebouwd door monsieur Schrieckx van Caauwelaer.
Het was een houten windmolen voor het malen van koren en schors.
Later werd de molen verpacht aan Cornelis Daverveldt.
In 1853 kwam in de Herelse Heide een steenfabriek (aan de Boerenweg) en op Zoomvliet werd in 1841
een stokerij van terpentijn en teer gebouwd.
Deze onderneming werd later omgebouwd tot een bakkerij van stenen en dakpannen en in 1876 werd
de productie van draineerbuizen begonnen.
De familie Daverveldt nam een invloedrijke plaats in de gemeenschap in.
Zowel op het gebied van de landbouw, de industrie als in het bestuur van de gemeente.
Cornelis Daverveldt pachtte de molen in Heerle en kocht deze later aan.
Cornelis werd in 1841 benoemd tot burgemeester van Wouw.
Hij woonde in een boerderijcomplex in de Herelsestraat.
Hij stond tevens geregistreerd als koopman in granen en had een graanmaalderij en een olieslagerij.
In 1882 werd de molen naar Moerstraten verplaatst.
Daverveldt had ook een steenfabriek (Herelse Heide) en in 1886 voegde de familie een bierbrouwerij
aan hun bezittingen toe (aan de Wouwse Statie).


De melkkwestie

In 1873 werd zoon Christiaan Antonie Daverveldt burgemeester en tijdens zijn bewind speelde
de Wouwse melkkwestie met de zuivelfabriek.
Die fabriek werd in 1894 opgericht door een coöperatie van Wouwse boeren.
De Wouwse melkkwestie ging over het verwerken van melk op zondag, wat in die tijd nog door de kerkelijke overheid
verboden werd.


Daverveldt koos de zijde van de pastoors van Wouw en Heerle.
Hij stuurde veldwachters op pad om te verbaliseren en uiteindelijk leidde dit tot een langslepende rechtszaak,
waarbij zelfs enkele boeren in de kerkelijke ban werden gedaan.
Zijn rol in de Wouwse melkkwestie leverde Daverveldt bij de geestelijkheid vrienden op,
maar bij de landbouwers veel vijanden.

In 1900 werd Petrus Cornelis Daverveldt (de zoon van Christiaan Antonie) de derde burgemeester uit de familie Daverveldt.
Hij had een korte ambtsperiode, want al in 1911 overleed hij op 43-jarige leeftijd.


Twintigste eeuw.


In de 20e eeuw kwamen allerlei voorzieningen tot stand.
De gezondheidszorg verbeterde met name door de aanleg van waterleiding en riolering.
De wegen werden verbeterd en verhard. Er kwam elektrisch licht.
Zo voorzag de molenaar van Heerle al in 1918 het dorp  van elektriciteit.
In 1912 kwam het St. Aloysius-patronaat gereed en daarmee kreeg het Herelse verenigingsleven
niet alleen een mooi gebouw, maar ook een stimulans. (zie afbeelding kerk en patronaat)
In 1972 werd het gebouw afgebroken en aan het eind van dat jaar werd het nieuwe dorpshuis De Schalm in gebruik genomen.


De Schalm in 1973.
Bron: Jan Schijven

Vraag:
De naam Schalm staat voor schakel, een verbinding in het maatschappelijke leven.
In 1972 gekozen uit de inzendingen voor een naamkeuze voor het nieuwe gemeenschapsgebouw.
Weet u nog wie de winnaar was van deze inzending?

Stuur het in.

Antwoord:
(23 oktober 2012)
Destijds heeft het bestuur van Stichting Dorpshuis Heerle een wedstrijd uitgeschreven
voor een leuke naam.
Een zekere mejuffrouw Raats (uit de Balsedreef) had de naam “De Schalm” bedacht
en deze is toen verkozen.

Wij zagen het als een heel toepasselijke naam:
Het dorpshuis als een belangrijke schakel tussen de verenigingen en de mensen
in de Herelse gemeenschap.

De Wouwse kunstenaar Kees de Keijzer heeft toen nog een kunstwerk ontworpen en
gemaakt van de Schalm.

Over dit kunstwerk wordt op dit moment nagedacht voor een nieuwe plaats als
De Schalm gesloopt gaat worden en de activiteiten ondergebracht worden in de Kerk.

Cees Luijsterburg




Heerle kende toen een bloeiend verenigingsleven met o.m. voetbalclub HSC '28, de handbalvereniging,
een tafeltennisvereniging, een ponyclub, een badmintonclub, harmonie Juliana, judovereniging Garami, zangkoor Irene
en vijf toneelverenigingen, waarvan het Volkstoneel tot in 2007 actief was.


Tweede wereldoorlog.


In de Tweede Wereldoorlog was kapelaan Willem Froger actief in het verzet.
In boerderij Moerbeek zaten onderduikers en tevens stadskinderen die daar kwamen om aan te sterken.
Op die manier kon hij extra voeding loskrijgen bij de Duitsers.
Bij de bevrijding van het dorp werden de kerk en de pastorie zwaar beschadigd.
In de muur van de kerk werd na de oorlog een herdenkingsplaat geplaatst.
Op Dolle Dinsdag werden in de Boerenweg twee broers uit  de familie van Wesenbeeck door
de vluchtende Duitsers zonder pardon neergeschoten.
Peter was toen 17 jaar oud,  Frans 19 jaar oud.




Na de bevrijding kwamen ook nog verschillende inwoners om, of werden verwond door ontploffende blindgangers.


Na de Tweede Wereldoorlog.


In de periode na de Tweede Wereldoorlog werden in eerste instantie de vernielde huizen en boerderijen hersteld,
de wegen opgeknapt en het dorp kreeg allerlei voorzieningen.
In de jaren zeventig kwamen de eerste uitbreidingen zoals de Ekelstraat, Beukenlaan en het Ekelhof.
Later gevolgd door kleine nieuwbouwwijken.
Daardoor verloor Heerle het typische karakter van de lintbebouwing dat het al vele eeuwen had.
Per 1 januari 1997 werd Heerle een kerkdorp van de gemeente Roosendaal, maar een deel kwam onder de gemeente Bergen op Zoom .
(onder meer een gedeelte van de Torenbaan en de Boerenweg).


Bron teksten: René Hermans en Frank Schijven



Indien u meer wilt weten over de geschiedenis van Heerle, dan hebben wij voor u het boek 'van Harella tot Heerle'
beschikbaar:


Te bestellen via onze winkel.




Voor informatie over 'Heerle nu', verwijzen wij u graag naar de website van de:
                                           
                                                Leefbaarheidsgroep Heerle